Rob Nanninga, De Leeuw – Leeuwenharten Deel III

Originele publicatiedatum: 6 januari 2015

De leeuw, alleen overwonnen door liefde

Inhoud

Hoe we elkaar ontmoet hebben
De Rob-Constantia verbinding
Kortsluiting en Robs overlijden
Astrale Wanderwege
Astraal fietsen
Astrale inslag
Magisch Realisme
Astrale Wanderwege, vervolg
De astrale Peter R. de Vries
Rob gevonden!, recap
Astrale Wanderwege, vervolg
De magische (tussentijdse) finale
“Stenny” & “Parameter”, Een FOK verhaal in 9 plaatjes
Voetnoten

Sinds jij bent weggegaan, Leeuw, heb ik je voor mijn geestesoog gezien terwijl ik aan het fietsen was. Ik zag je aan de kant van de weg staan, nonchalant tegen bomen geleund, naar me lachend. Ik voelde je, “zittend” achterop mijn fiets, van de fietstocht genietend, net zoals ik, terwijl je mijn rechterhand, die ik achter mijn rug hield, vasthield en kuste, en mij van achteren omhelsde van pure blijdschap. Ik zag je, toen je een regenboog voor me optrok in de lucht. Terwijl mijn fiets naar voren schoot, voelde ik hoe je me kuste terwijl de lichtjes van briljante zonnestralen door mijn oogleden heen drongen.

En ik had zoveel uittredingen in 2014, het jaar dat je weg ging. Ik zal er meer over vertellen.

Bésame mucho
Besame, besame mucho,
Como si fuera esta noche la última vez,
Besame, besame mucho,
Que tengo miedo a perderte, perderte despues [twice]
Quiero sentirte muy cerca mirarme en tus ojos verte junto a mí
Piensa que tal vez mañana yo ya estare lejos, muy lejos de ti
Kiss me a lot
Kiss me, kiss me a lot,
As if tonight were the last time
Kiss me, kiss me a lot,
For I’m scared to lose you, to lose you afterwards
I want to feel you very close, see myself in your eyes, see you near me
Think that maybe tomorrow I’ll already be far, very far away from you

warmevirtuelehug

Hoe we elkaar ontmoet hebben

Voor charlatans en ongefundeerde believers (bestaan er eigenlijk wel gefundeerde believers?) was Rob een boze leeuw waar ze misschien zelfs bang voor waren. Maar voor mensen die Rob wel kenden, was hij de zachtaardige en zorgzame leeuw. Die warme en liefhebbende kant toonde hij één keer publiekelijk aan mij, hij gaf me een “warme, virtuele hug” (zie plaatje hierboven). Ik denk dat dit mensen die hem kenden behoorlijk verrast heeft, omdat Rob deze kant zelden, misschien zelfs nooit, publiekelijk toonde.

Ik “ontmoette” Rob op FOK in december 2005 in een mega uitgestrekt topic over de bedrieger en zelf-verklaard medium Robbert van den Broeke. Overigens gebruik ik het woord “bedrieger” zeker niet lichtzinnig, maar na vele jaren van eigen onderzoek en dat van anderen, denk ik dat de benaming volkomen gerechtvaardigd is.1

Al direct vanaf het begin had ik deze latente fascinatie voor Rob Nanninga. In die begintijd had ik nog niet eens zijn foto gezien, en ik heb hem dus zelfs nooit ontmoet, maar om de een of andere reden hadden zijn naam en persona meteen een grote lading voor me.

Ik erken zonder moeite dat Robbert van den Broeke wel een medium op een andere manier is geweest: hij als onderwerp was het, die me in contact met Skepsis bracht. Rob was “Parameter” op FOK en ik wist noch realiseerde mij dat ik gewoon al tegen Rob zelf aan het praten was, maar ik voelde een blinde herkenning. De eerste magische sterretjes waren in feite al meteen ontstoken, zeker in de eerste maanden van 2006. Toen ik Robs commentaren op FOK las, was het alsof ik mijn eigen gedachten perfect verwoord las. Ik was verrast en zeer enthousiast hierover, maar nogmaals: ik had geen idee dat het zowaar de hoofdredacteur van de Skepter zelf was tegen wie ik sprak.

Ik heb geprobeerd ons contact op FOK zeer kort samen te vatten in 9 plaatjes, zie de galerij onderaan dit blog. Op een dag in die tijd schreef ik zeer goedgeluimd: “Ik ga onmiddellijk Nanninga schrijven…” terwijl ik in feite dus al tegen diezelfde Rob als Parameter aan het praten was. Dit werd Rob te gortig, en ik ontving opeens een email van hem waarin hij onthulde dat hij “Parameter” was (zijn FOK ondertekening was: Magie is meetbaar, als je weet wat je meet”). Ik kon merken dat hij niet helemaal in zijn sas was met zijn eigen pseudoniem, maar dan in die zin dat hij een extreem eerlijk mens was en is, en het zeker niet zijn voorkeur had nicks te gebruiken of geheimen te hebben. Hij zorgde er daarom ook voor dat ook andere intimi in deze zaak, zoals Jurgen Deleye en Claudia van der Sluis van Grenswetenschap.nl (inmiddels opgeheven), wisten dat hij achter de naam “Parameter” zat, en hij ondertekende zelfs een paar emails die hij naar mij en anderen stuurde met “Parameter”.

Hier is een fragment van die email-reeks waarin hij uitlegde dat hij “Parameter” was: (mijn zelfverkozen roepnaam was toen nog “Sten”)

8 february 2006

Hallo Sten,

[…]

Ook nog bedankt voor de reclame op Fok! Dat is een leuk forum. Ik zal je maar verklappen dat ik sinds enige tijd zelf post onder de naam Parameter, maar dat hoeft niet bekend te worden. Ik schrijf daar gewoon voor mezelf en niet voor de stichting.

Sommigen hebben nogal extreme ideeën over skeptici. Misschien ligt dat ook aan onze naam. Skepsis heeft voor velen een negatieve klank, al behoort eigenlijk iedere wetenschapper skeptisch te zijn. Bij de oprichting heb ik ervoor gestemd de stichting Parameter te noemen, maar de meesten vonden dat toch geen goed idee.

[…]

Ik heb al kort iets gezegd over ons gedeelde verleden in de twee voorafgaande delen, en ook op Skepsis, en ik wil in dit blog dieper ingaan op wat ons verbindt.

De Rob-Constantia verbinding

Ik zal een paar opvallende gebeurtenissen chronologisch noemen, deze betreffen een paar heel speciale uittredingen (en verwante ervaringen) en gebeurtenissen waarin bijvoorbeeld Jan Willem Nienhuys (Robs vriend, Secretaris en bestuurslid van Skepsis) en natuurlijk Rob zelf de hoofdrol speelden.

Op 18 januari 2008 had ik een astrale reis, misschien was het een lucide droom, maar hij had zoveel realistisch impact en was zo memorabel, dat ik hem als astraal kwalificeer en van een tijdloze indruk. In deze astrale ervaring bezochten Jan Willem Nienhuys en Rob Nanninga mijn huis in Scheveningen. Ze waren twee vrienden die mij met een vriendenbezoek vereerden. Ik zag ze in de straten van Scheveningen lopen. Het was avond en al redelijk donker, en ze naderden mijn appartement op de Weststraat 20 en beklommen de trap naar de tweede verdieping, waar J en ik destijds woonden. Alles zag er compleet realistisch uit voor Scheveningen in de avond. Ik heb daar ongeveer acht jaar gewoond, van 2004 tot 2011, samen met J. Met oprechte interesse bezichtigden ze mijn appartement en we praatten wat. Ik had een heel aangenaam gevoel over hun bezoekje.

Op 24 april 2008 had ik een eveneens naar het leek tijdloze astrale ervaring, en wel degene die de allerbelangrijkste van allemaal is, ik sprak er al kort over in Deel I van Leeuwenharten. Dit keer zal ik wel vertellen wat de ervaring precies inhield, alhoewel het als “sensitieve informatie” ervaren kan worden.

Het was avond/nacht en er was een kampvuur. Ik was met volwassenen die ik kende. Ik lag heel goed bij de daar aanwezige mannen (noteerde ik achteraf zo in mijn dagboek), ze vonden me aantrekkelijk. Of er ook andere vrouwen waren, kan ik me niet herinneren. We liepen wat rond en later zaten we rondom een kampvuur en Rob Nanninga zat er ook. Ik ging langs hem heen omdat ik naar rechts wilde, en daar ergens wilde gaan zitten. Ik kon zien hoe hij eruit zag, ofschoon het avondlicht een gedetailleerde blik verhinderde. Hij zag er uit zoals op de aarde, in zijn latere levensjaren, bijvoorbeeld zo als hij verscheen op de TV met Rasti Rostelli. Maar Rob strekte zijn arm uit en gebaarde me zo te blijven en trok me kort daarop naar zich toe. Hij keek naar me op met een zeer intense blik waaruit een zeer diep verlangen sprak. Ik was wat bevreemd hierdoor, maar ik ging zonder iets te zeggen akkoord om dat wat ik in zijn ogen zag. Ik belandde op zijn schoot, zodanig dat we beiden met uitgestrekte benen zaten, ik op die van hem en met mijn rug tegen zijn borst. Het voelde zo ontzettend goed en ik voelde dat het voor hem ook zo was, eindelijk bij elkaar.

We zaten lang zo en ik vermoedde dat het de omstanders begon op te vallen.

Na een lange tijd versoepelde Rob zijn omhelzende grip enigszins en ik had nu de gelegenheid om hem wat beter te bekijken en ik keek achterom naar hem. Ik was een beetje geschokt door zijn afwijkende tandenstand.

Nota bene: op 14 maart 2007 had ik al eerder gedroomd (?) over Robs tanden:

Ik citeer uit mijn dagboek:

Ik droomde dat ik Rob Nanninga ontmoette, hij had een snor en een beginnend baardje laten staan, een beetje rossig haar. Hij had vreemde tanden, dit werd wat gecamoufleerd door zijn snor. Hij zei dat hij die soms liet staan. Hij was duidelijk geïnteresseerd in mij, we zaten, geloof ik, naast elkaar in de trein.

Terug naar het kampvuur. Wat later zette de onbezorgde atmosfeer zich voort en twee mannen brachten me een serenade terwijl ik op een soort plateau stond. Ik moest er hartelijk om lachen. Ze zongen: “Bedrijven lijken hier heel klein.” Later interpreteerde ik dit als volgt: vaak lijkt het alsof alles wat je op de aarde onderneemt maar zeer weinig belang heeft, in mijn geval: ik probeerde de kloof tussen skeptici en believers te verkleinen, dan wel te dichten. Mijn inspanningen leken tevergeefs, nutteloos zelfs, maar deze twee zingende mannen dachten er blijkbaar anders over. Stapjes die je maakt lijken mega klein, maar de “bedrijven” zijn in werkelijkheid veel groter dan ze lijken.

Jarenlang zei ik niets tegen Rob over deze ervaring, maar ik vertelde hem er beknopt over op donderdag 31 mei 2012. Hij heeft er nooit op gereageerd (en precies twee jaar later zou hij dus overlijden).

Er waren heel wat signalen dat ik onbewust in de gaten had dat Rob relatief jong zou sterven. in retrospectie verklaart het mijn intense gedrag richting hem, soms mijn liefde wel heel expliciet verklarend met woorden als : “Liefste Rob”, “Ik houd van je” en “Ik kan je zien met mijn ogen dicht, zelfs als je aan de andere kant van het universum bent”.3

Ik schreef niet altijd zo, maar het slipte af en toe eenvoudig uit mijn virtuele pen zonder dat ik daar controle over leek te hebben. Vaak antwoordde hij niet (direct) en soms, als zijn stilte maar bleef duren, stuurde ik hem een aanhangsel met de standaardvraag: “Leef je nog?” En als ik die klaarblijkelijk magische woorden gebruikte, reageerde hij gebruikelijk wel meteen.

Hij begon zichzelf “Bor” te noemen in de ondertekening van sommige van zijn emails sinds 8 november 2011. Toen ik hem een keer vroeg of hij de film “Another Earth” had gezien, over twee aardes, reageerde hij dat toen ik dat vroeg hij de film nog niet gezien had, maar nu dus inmiddels wel (Rob ws altijd een download kampioen van “gratis gemaakte” content). In navolging van, en geïnspireerd op de film, had Rob zijn voornaam omgedraaid. De emails waarin hij ondertekende met “Bor” waren zijn meest ontspannen emails. Ik weet niet of hij deze ondertekening alleen richting mij gebruikte.

26 mei 2012. Ik had per email tegen Rob geklaagd over Jan Willem Nienhuys die ik voor de gelegenheid “Jan Off Topic Keizer Willem Nienhuys” genoemd had.

Jan Willem had de vermetele moed gehad mij zowaar met een internettrol te vergelijken die de naam “Harry Smit” draagt, en dat had me goed op stomen gebracht, en die stoom blies ik af bij Rob. De dag erna, op 27 mei 2012, probeerde hij me te kalmeren, mij uitleggend dat:

JW is altijd al een schoolmeester geweest en vertelt graag over wat hij weet of uitgezocht heeft. Dat moet je hem maar gunnen. Hij voegt inderdaad vaak informatie aan Klopdatwel toe. Soms is zijn bijdrage gedetailleerder en technischer dan het blog van de auteur, of het is een uitweiding die er slechts zijdelings mee te maken heeft, al is het gewoonlijk wel goed gefundeerd. Wie het niet interessant vindt, moet het maar overslaan. Ik lees lang niet alles en ben ook niet zo erg geïnteresseerd in kwakzalverij of dingen die ik al vaker heb gelezen. Zelf zat je volgens mij ook nogal te ouwehoeren.

Hij sloot zijn mail af met: “Neem een voorbeeld aan deze relaxte Bonobo’s“:

(Er stonden overigens enkele voor zijn doen opvallende spelfouten in zijn email, die heb ik eruit gehaald. Misschien had het te maken met het tijdstip waarop hij me mailde: “Sun, May 27, 2012 at 5:07 AM“).

Ik antwoordde hem daarop met:

Ja dat verhaal ken ik van die apen. Voortdurend aan het sexen. Maar je suggereert toch niet dat ik het nu met JW ga doen?
Mij in een adem noemen met Harry Smit. Wie ziet ze nu vliegen zeg. zo makkelijk komt hij er niet vanaf.

Daarop werd Rob weer stil, maar ik kon hem als het ware naar adem horen happen.

In 2012 ontstond er een ernstige kortsluiting tussen Rob en mij. Mijn gevoelens voor hem begonnen dusdanig op te spelen, dat het in mijn dagelijkse leven begon te interfereren en ik me echt schuldig begon te voelen richting J. Ik vertelde J daarop hoe vaak ik aan Rob moest denken, maar hij werd niet kwaad. Juist voor deze meltdown waren Rob en ik veel closer aan het worden, dat wil zeggen: hij stelde zich meer open voor mij en begon me zowaar wat persoonlijker zaken te mailen, bijvoorbeeld over zijn haarkleur, zijn ogen en bril en dat hij wel een tijdje lenzen had geprobeerd. En hij stuurde me een foto van hem, wat behoorlijk ongekend was, voor mensen die hem kennen dan, wegens het feit waar ik het al eerder over had: dat er nauwelijks foto’s van hem bekend waren. Hij zei me dat “iemand” hem die foto gestuurd had, niet noemend dat die iemand “toevallig” zijn aardse vriendin Jolanda was geweest. Het was dus deze foto:

Rob Nanninga rond 1992

Hij stuurde me ook een korte clip die hij had gemaakt met een app waarin hij ouderdom en beweging had toegevoegd aan deze foto. Hij was duidelijk in een heel ontspannen stemming.

Kortsluiting en Robs overlijden

Op 5 juni 2012 had ik Rob uitgenodigd om naar de Verenigde Staten te komen. Ik wilde hem graag ontmoeten en dan zien wat er zou gebeuren. Ik had erover gepraat met mijn inmiddels ex-echtgenoot J, en Jan Willem Nienhuys en J een kopie gestuurd van mijn uitnodiging. Deze actie van mij veroorzaakte duidelijk reuring en momentum in ons gedeelde lot. Rob wilde klaarblijkelijk niet komen, maar leek wel erg verrast en verbluft. Ik confronteerde hem daarop en vroeg of hij me zeven jaar een het lijntje had gehouden, ik vroeg hem of hij wel eerlijk was geweest, aangezien dit natuurlijk zijn trademark was en is. Op 13 juni 2012 mailde hij me dat hij er met zijn vriendin over had gepraat en dat hij het soms wel degelijk over mij had gehad tegen haar. Hij had haar nu verteld dat het “uit” was tussen ons en dat ze wat verbaasd had gereageerd:

Ik heb haar gisteren ook meteen verteld dat het nu “uit” is. Dat vond ze wel een wat wonderlijke mededeling. “Maar ze was toch getrouwd?” “Ja, maar ik moet toch naar de VS, want dat vindt haar man geen probleem.” We hebben het er niet lang over gehad. Ze is tamelijk onverstoorbaar.

Sommige lezers zullen terecht opmerken dat dit privé informatie is. maar toch vind ik dat ik dit in het verhaal moet opnemen, anders zou ik nooit duidelijk kunnen maken wat er zich nu echt (wel én niet) heeft voorgedaan tussen Rob en mij. Er ontstond een serieuze kortsluiting, hij schreef me dat hij dacht dat we niet bij elkaar pasten. Hij zei nooit dat hij niet van me hield of dat hij geen gevoelens voor me had. Ik schreef hem daarop dat ik dacht dat hij ernaast zat, dat we juist veel lol samen zouden hebben, maar dat ik echt niet wist hoe dit nu verder moest omdat ik ook van J hield.

En toen kwam er die heel lange en akelige stilte, die tot november 2012 duurde. Ofschoon ik nog steeds elke dag aan hem dacht, weigerde ik lange tijd hem nog te emailen en vanzelfsprekend emailde hij mij ook niet. Het was opnieuw Robbert van den Broeke die onbewust, in november 2012, toch wat hernieuwd contact to stand bracht, en Rob stuurde mij de Skepter op 20 november 2012. Toen, opnieuw, begon er een lange periode van stilte en die duurde zelfs tot 9 april 2014.

In 2013 probeerde ik herhaalde malen het contact met Rob te herstellen, maar ik slaagde daar niet in. Ik miste hem afschuwelijk en ik kon maar niet ophouden met aan hem te denken. Vaak als ik aan het fietsen was, sprongen de tranen in mijn ogen als ik weer aan hem dacht, zo ver weg in Groningen.

Toen J Rob vroeg om duidelijkheid op 27 januari 2013, omdat ik J daarom had gevraagd, in de hoop dat hij J wél zou antwoorden, omdat hij mij niet meer beantwoordde, volgde er weer een dodelijke stilte. J had het zelfs nog flink aangezet en op zijn eigen manier gedaan (zonder mij verder nog te raadplegen); hij had Rob gevraagd of deze wat stevige taal tegen mij wilde uitslaan in de zin van dat Rob helemaal niets voor mij voelde. (ik was best wat ontdaan toen ik Js mail onder ogen kreeg). Rob gaf J géén antwoord, dan wel weigerde het op deze onorthodoxe manier te beslechten, maar in feite: vulde mij met nieuwe hoop omtrent onze verbinding, namelijk dat hij wél ook iets voor mij voelde en daarom weigerde tegen J te liegen hierover. En het was zeker niet dat hij J niet mocht en daarom niet antwoordde. Hij was altijd heel respectvol richting J en liet hem soms zelfs groeten via mij. Maar deze keer keurde hij J geen antwoord waardig. Het bevestigde mij dus in mijn idee dat Rob wel degelijk iets voor mij voelde. Want zeg nu zelf: hoe gemakkelijk en voor de hand liggend was het geweest dat Rob inderdaad via J beantwoord had en simpel had gezegd: “Ik houd niet van je, Constantia, vergeet het maar.” Maar zoiets was niet voor de hand liggend voor Rob als hij het niet meende. En opnieuw hield ik mij vast aan een koordje van hoop, mijn hoop niet door Rob weggenomen.

Begin 2014 had ik me onwillekeurig al “vreemd” uitgelaten over Rob, dus slechts een paar maanden voordat Rob zou overgaan; aan het ontvangende einde van dat gedrag waren Jan Willem Nienhuys en Pepijn van Erp. En opnieuw, in retrospectie, denk ik dat ik het onbewust aangevoeld moet hebben. Zo mailde ik Pepijn en vroeg zomaar aan hem of hij er wel al eens aan gedacht had de redactie van de Skepter over te nemen, terwijl ik goed wist dat Rob nu ook weer niet zo oud was dat hij met pensioen zou gaan, dus waarom vroeg ik Pepijn dit? Voordat ik dit aan hem vroeg, had ik richting Pepijn al wat andere “kanttekeningen” bij Robs in mijn optiek veranderde gedrag gezet, bijvoorbeeld op 29 januari 2014:

Wat is er toch met Rob, je ziet hem vrijwel nooit meer op internet?”

En op dezelfde dag schreef ik Pepijn:

Hoi Pepijn.

Ik begrijp het niet, vroeger was hij zo actief op internet.
Wil hij het redacteurschap van Skepter aan jou overdragen misschien?
Waar is hij zo druk mee dan?
En hoe zag hij eruit?

Groetjes,

C.

Na deze email stuurde ik Pepijn nog een email met nog wat meer observaties over Rob, hoe hij in mijn visie vroeger was en nu niet meer.

Ik reageerde en schreef impulsief. En ik had een uitvoerige correspondentie met Jan Willem Nienhuys in februari 2014 over twee aspecten wat betreft Rob die ik zelf aangesneden had. Ik uitte tegen Jan Willem dat ik vond dat Rob meer betaald zou moeten krijgen voor zijn werk aan de Skepter en aan de skeptische website, en daarnaast vond ik het tijd dat Rob eens flink in het zonnetje gezet moest worden (door het bestuur van Skepsis). Achteraf gezien waren ook deze uitingen, nu richting Jan Willem, wel zeer curieus, aangezien Rob dus een paar maanden laten plotseling zou sterven.

Op eBay had ik een jade Ruyi Scepter voor Rob gekocht en ik had het hem uit China laten toesturen zonder mijn naam, omdat ik bang was dat Rob het anders zou weigeren als hij mijn naam op de verpakking zag. Op 9 april 2014 raapte ik eindelijk mijn moed samen en mailde Rob hier toch maar over, vragend of hij het ontvangen had. Dit was maanden nadat hij het ontvangen had. Ik had een reminder van eBay gekregen om feedback voor de verkoper achter te laten, en ik zag dit als goede aanleiding om Rob nu een mail te sturen, met als “excuus” dat ik voor de feedback moest weten of Rob het inderdaad ontvangen had, maar natuurlijk vooral omdat ik Rob heel graag wilde spreken. Tot mijn opgetogenheid en verbazing kreeg ik nog dezelfde dag antwoord:

Wel ontvangen, maar inmiddels weggegeven aan scholieren die aan deur dingen wilden ruilen, omdat ik niet wist wat het was en er ook geen afzender op stond (behalve China).

Groeten,
Rob

Nieuwsgierig vroeg ik Rob waarvoor hij de Ruyi Scepter had geruild. Hij antwoordde:

Ik dacht dat het misschien was van het bedrijf dat de USB-kaarten had geleverd, want dat zat in China. Zulke bedrijven sturen als klantenbinding misschien wel eens rare dingen. Ook van de Nederlandse firma ontving ik iets waarvan ik niet weet waarvoor het dient. Ik heb er slechts een doosje paperclips voor teruggekregen. Dat viel wat tegen. Hopelijk heeft het je niet veel gekost. Als ik had geweten wat het was, had ik hem wel bewaard. De scholieren dachten dat het een soort handvat was, maar dat leek me onwaarschijnlijk. Ze zullen het vermoedelijk weer geruild hebben.

Als troost kun je de nieuwste cd van Darkwood ophalen:

http://www.skepsis.nl/darkwood2013.zip

Vooral het tweede nummer, Fliegergedicht, is mooi.
“Wir treiben kein leichtes, vermessenes Spiel,
wir haben ein stolzes, ein köstliches Ziel!” …

Er staan helaas ook veel Engelstalige nummers op. Ik heb liever Duits.
De nieuwe Skepter heb ik ook bijgevoegd.

Groeten,
Rob

Toen brak de stilte weer aan. Ik mailde Rob verscheidene malen, opnieuw trachtend ons contact weer te herstellen, maar opnieuw viel hij terug in een onbreekbare stilte. Ik had hem na deze paar mails van hem nog een beetje geplaagd, zeggende dat de Ruyi scepter inderdaad een soort handvat kon zijn, namelijk een handvat voor een beter leven. Mijn voorlaatste mail aan hem voordat hij plotseling bleek overgegaan, luidde: “I still have it all” op 8 mei 2014. De body van mijn email bevatte de link naar de YouTube clip die hij me op 5 december 2011 gestuurd had:

In mijn laatste email naar hem op 12 mei 2014, was ik ronduit wanhopig bezig naar hem uit te reiken, om ons contact te kunnen herstellen. Ik eindigde mijn email met:

Ik hoop dat je weet dat ik veel van je houd (in ieder geval als vriend), en dat dit niet veranderd is en nooit zal veranderen.
En dat je hier geen waardeoordeel aan geeft, het is namelijk de waarheid.

Constantia

Het onheilsbericht kwam op 30 mei 2014 toen Jan Willem Nienhuys me emailde. Ik was echt totaal kapot en had dus aangevoeld dat er iets afschuwelijk mis was, precies rond de tijd dat Rob overleden was. Hierover vertelde ik al in Deel II.

Ik was Deel III van Leeuwenharten gestart met het idee hierin te vertellen over mijn frequente uittredingen sinds Robs overlijden, en ik was helemaal niet van plan geweest “ons verhaal” te vertellen, maar gaandeweg merkte ik dat ik dáármee bezig was, voordat ik überhaupt aan het vertellen over mijn uittredingen toekwam. Kennelijk moest dit eerst, en het verhaal wilde volledig zijn, en ik moest hier gewoon gehoor aan geven. Ik heb alles gedetailleerd op data nagezocht, alles geheel chronologisch, omdat ik het de solide basis wilde geven die het verdient. Terugkijkend kan ik concluderen dat ik kennelijk bezig ben een puzzel in elkaar te leggen. Dit alles maakt het echt niet gemakkelijker voor mij. Het doet ongelooflijke pijn het op deze manier te herleven. Zelfs voor mij is het verbluffend hoe alles naadloos in elkaar lijkt te passen en past, alsof het zo had moeten zijn, tegen alle wil en dank. Nu pas ben ik op dat “uittredingenpunt” gekomen en ik zal een aantal van de meest in het oog springende ervaringen die door Robs overlijden getriggerd werden neerpennen.


Astrale Wanderwege

De Duden legt uit wat je onder (het Duitse) “Wanderweg” mag verstaan

Mijn uittredingen doen zich alle voor in de avond, nacht of vroege ochtend. Soms heb ik echter ook overdag astrale ervaringen, vooral in 2014 rond de tijd dat ik dit blog schreef, Leeuwenharten Deel III, 2015.

Astraal fietsen

Laat ik beginnen met mijn fietservaringen. Al eerder vertelde ik dat ik regelmatig in stilte huilde als ik aan het fietsen was in Davis en omgeving, terwijl ik aan Rob dacht die zo ver weg was in Groningen.

Na zijn overlijden huilde ik nog steeds en opnieuw, maar dit keer huilde ik wegens zijn overlijden. Ten tijde van dit en voorgaande blogs fietste ik al behoorlijk verre afstanden, wat ik destijds “ver” vond, tussen de 42 en 46 miles (68-74 km), en dit nam ongeveer drie en een half uur in beslag, aangezien ik geen race-fietser ben en de tussentijdse stops tel ik hierbij niet. Ik keerde meestal terug naar vier uur.4  Ik denk dat fietsen mij in een Alfa State of Mind brengt, vertaald naar het dagelijkse leven: in een soort meditatieve staat van zijn. Noteert u alstublieft dat ik geen affiniteit heb met “hypes” als yoga en meditatie (hoewel beide natuurlijk al een heel tijdje meegaan) en dat ik zelfs een behoorlijke aversie voel tegen “trends” als deze, maar er zit mijns inziens toch wel een belangrijke, ware kern in het gegeven dat je brein functioneert op verschillende golflengtes.5 Ik vermoed dat door het fietsen van langere of ronduit lange afstanden het brein in een soort staat van zijn komt waarin tijd niet meer zo van belang is, en waarin de persoon in kwestie – in dit geval ik – in een heel ontvankelijke, tranceachtige golflengte geraak(t) die een brug tussen Rob en mij kan slaan, wat zowel gelukzaligheid als liefdeskwelling brengt.

Sinds Rob is overgegaan heb ik hem “gezien” en gevoeld tijdens mijn lange fietstochten, vooral in de omgeving van het stadje Winters en Vacaville, en dus, zelf wonend in Davis, als ik al een flink eindje heb gefietst. Mijn fietsen is als een mind-date met Rob geworden, en regelmatig voel ik ronduit de behoefte om weer te gaan fietsen, omdat ik hem dan weer op die manier kan “zien”.6

Ik “zie” hem vooral terwijl hij leunt tegen de hier omnipresente olijf-, walnoot- en amandelbomen; altijd schijnbaar nonchalant wat rondhangend, soms gedeeltelijk verscholen in het groen, maar altijd naar mij kijkend en lachend.

Soms heb ik ook het gevoel dat hij bij me achterop zit, als mijn fietsgenoot, net zoveel van de tocht genietend als ik. Ik strek dan mijn rechterhand naar achteren als een teken richting hem, in de hoop of het weten dat hij er is. Ik heb de zachte, warme Californische lucht gevoeld als ware die compleet gevuld met Robs warme en liefhebbende wezen, ik heb hem voor mijn geestesoog gezien, altijd met de intentie mij gelukkig te maken terwijl hij regenbogen schilderde in de hemel. En als ik op de fiets mijn ogen even sloot, maar het licht toch binnendrong via mijn oogleden, kwam het beeld op, dat ik ergens lag met gesloten ogen, in licht zo fris als dat van de morgenzon, en Rob mij op mijn lippen kuste.

Astrale inslag

Het duurde niet lang voordat ik Robs aanwezigheid na 30 mei 2014 begon te voelen. Op 5 juni 2014, zoals ik al kort verteld had, was ik in mijn eentje naar South Lake Tahoe vertrokken. J was toevallig ook weg, omdat er voor zijn werk een reeds lang van te voren geplande trip naar Texas was, alwaar een Drupal Congres gehouden werd (alsof dit ook qua tijd allemaal precies zo had moeten zijn). Ik was dus de eerste tijd na Robs overlijden alleen (in huis). Dus vertrok ik naar deze prachtige plaats die maar op anderhalf uur rijden van Davis ligt. Eerst wilde ik maar een nacht blijven, maar ik boekte toch maar een extra overnachting. Daar manifesteerde hij zich voor het eerst, als ik dit allemaal juist heb geïnterpreteerd, wat ik hoop. Ik wandelde aan het South Lake Tahoe meer en het was alsof hij naast me liep. Opeens “hoorde” ik hem zeggen, zowel verlegen als verlangend: “Zullen we hierna naar je kamer gaan?”Het was alsof we een date hadden. Ik ben niet van plan verder in detail te treden, omdat dat wat erop volgde verregaand aftastend was aan beide kanten, en ook redelijk vaag. Maar voor mij, in deze dagen, 5 juni naar 7 juni 2014, was Rob al “teruggekeerd”in mijn leven.

Het duurde ongeveer een maand voordat mijn aantal uittredingen omhoogschoot. Meestal ervaar ik een uittreding of verwante geestestoestand zo’n één maal in de acht dagen, maar dit getal veranderde nu naar een flitsende eens in de 3.4 dagen. Sinds 1986 heb ik al mijn dromen en uittredingen dagelijks bijgehouden in dagboeken, en op deze wijze ben ik dus in staat om alles nauwkeurig in beeld te brengen.

Hier is een grafiek:

UITTREDING
JAAR
JAAR UITTREDING
AANTAL
1 1986 4
2 1987 16
3 1988 19
4 1989 40
5 1990 53
6 1991 32
7 1992 51
8 1993 48
9 1994 44
10 1995 52
11 1996 50
12 1997 78
13 1998 70
14 1999 61
15 2000 56
16 2001 53
17 2002 52
18 2003 38
19 2004 44
20 2005 47
21 2006 47
22 2007 45
23 2008 40
24 2009 42
25 2010 40
26 2011 38
27 2012 36
28 2013 43
29 2014 80– 55 over Rob
– Voordat hij overleed: 4
– Nadat hij overleed: 51
TOTAAL VAN
29 JAAR
1319
GEMIDDELDE PER JAAR 1319 : 29
JAAR =
45.50
GEMIDDELDE SPREIDING 365 DAGEN : 45.50 = 1 ELKE 8 DAGEN
1 JUN ’14

31 DEC ’14 SINDS ROBS
OVERLIJDEN

=
214 DAGEN
214 DAGEN : 63

=

1 ELKE 3.4 DAGEN

Om te starten met de jaren die direct vooraf gaan aan Robs overlijden: ik tel achttien uittredingen en dromen over Rob in 2012. Dit was het jaar dat hij en ik op een meer persoonlijke wijze met elkaar begonnen te communiceren. De meeste van deze astrale ervaringen betreffen astrale liefde en erotiek en een aantal verrassende dromen over Rob die naar de USA verhuist, en dicht in mijn buurt woont, en zelfs in hetzelfde huis als ik.

Op 27 april 2012 had ik een astraal beeld dat Rob tegen me zei: “Altijd u bescherme.”

In 2013 had ik zestien uittredingen en betekenisvolle dromen over Rob.

Op 17 februari 2013 omhelsde hij me astraal, terwijl hij achter me stond (dit doet denken aan de krachtige uittreding in 2014 waarin Rob mij vond nadat ik hem had gezocht in uittredingen, zie Leeuwenharten Deel II).

Op 15 maart 2013 had ik een speciale droom: Rob had een briefje voor mij geschreven, en zijn openingszin was “Mia Bella“.

De astrale trend zette door in 2013 met opnieuw een significante astrale gebeurtenis op 14 juli 2013, het ging erover dat Rob verhuisde naar de USA. Hij stond te roken voor het huis in Davis, verlegen, alsof hij zijn moed aan het verzamelen was om mij het hof te maken, voordat hij op de deur zou kloppen of zou aanbellen. Ten tijde van deze astrale ervaring wist ik niet eens dat hij rookte (althans: ik kan me er niets over herinneren), maar in 2014, na zijn overlijden, stuurde zijn aardse vriendin Jolanda me een foto van hun twee, terwijl hij een sigaret in zijn hand had, dus Rob rookte.

Pas in januari 2017 realiseerde ik me dat dit misschien ook gezien kan worden in deze foto van hem, want je ziet dat hij bezig is een sigaret te rollen (?):

Rob Nanninga, foto Skepter https://en.wikipedia.org/wiki/Skepter

In genoemde astrale ervaring plukte hij een heel lief, klein, teder, geel bloempje voor me en gaf het aan me.

Hè hè, eindelijk ben ik in 2014 aangekomen, hopelijk bent u er nog. Ik ben van plan u nu een beeld te schetsen wat er zich zoal astraal voordeed in 2014.

Het jaar startte betekenisvol met een veelzeggende astrale gebeurtenis over Rob op 26 januari 2014. J en ik waren in South Lake Tahoe in een hotel en ik zag dit astrale beeld voor mijn geestesoog: ik had onbedoeld een behoorlijk cryptisch briefje over Rob achtergelaten, het was niet voor hem bedoeld, maar op een zeer mysterieuze wijze had hij het toch ontvangen en gelezen. Er waren symbolische zinnen in dit briefje waarin ik liet doorschemeren dat ik hem nodig had en van hem hield en dat ik wilde dat hij naar me toe zou komen. Ik had het allemaal op een versleutelde wijze opgeschreven, maar kennelijk kon het door Rob ontcijferd worden.

Op 5 juli 2014 bezocht Rob me en we bedreven de liefde (sorry, het Nederlands biedt niet erg veel mooie zinnen voor deze belangrijke gebeurtenis). Ik kon hem alleen voelen, niet zien, maar ik wist gewoon dat hij het was.

De astrale Rob maakte me flink pissig op 1 augustus 2014 door mij met een andere Skepsis reageerder te vergelijken, een mevrouw die gaat onder de naam A. Atsou-Pier, zeggend dat zij een intellectueel zwaargewicht was en ik niet. Pas later bedacht ik dat hij mij waarschijnlijk expres irriteerde omdat hij wil dat ik mezelf intellectueel meer uitdaag, en dat is van toepassing, omdat ik ertoe neig het mijzelf wat te gemakkelijk te maken (terwijl ik heus wel wat in huis heb).

Magisch Realisme

Iets wat erg in het oog sprong, deed zich voor op 26 august 2014. Ik ben absoluut oprecht als ik zeg dat ik dit nooit zelf had kunnen verzinnen. Astraal was ik weer eens zeer gefrustreerd naar Rob aan het zoeken. Ik zweefde ergens boven een menigte, doelloos rondzwevend in geest, zijn naam roepend: “Rob Nanninga!” Ofschoon ik genoeg mensen zag, was Rob er niet bij. Ik kwam aan op een hoger punt en liet mezelf vallen, terwijl ik zeer wanhopig en dramatisch Robs naam riep: “Rob, ROB!”. Mijn intentie was te vliegen, dit was niet een suïcidale uiting of zo. Als je in geest valt is dat nauwelijks dramatisch te noemen omdat je nooit hard de grond raakt. Een paperclip viel gelijktijdig en raakte mijn vinger aan in zijn val en ik dacht zwaar teleurgesteld: “Wat is dit nu weer, een paperclip?”. Het moment voordat ik terugkeerde in mijn fysieke lichaam hoorde ik Rob in de verte mijn naam roepen en nog wat meer woorden. Ik kon niet horen wat hij zei, maar het was duidelijk dat hij me toch nog antwoord gaf.

paper-clip

In mijn aardse bewustzijn schoot het opeens door me heen: de paperclip! Het was niet betekenisloos zoals ik had aangenomen tijdens de uittreding. Ik vertelde in dit blog al eerder over het cadeautje dat ik voor Rob had gekocht, de jade Ruyi scepter, en dat hij die aan zijn deur had geruild met studenten voor een doosje paperclips. Daar is de betekenis. Ik had Rob met dit doosje paperclips geplaagd, ofschoon hij me verder niet meer gemaild had na zijn twee emails in 2014. Op 10 april 2014 had ik hem gemaild:

Heb je je doosje paperclips nog goed kunnen benutten?

De paperclip in deze uittreding refereerde hieraan: iets om aan vast te houden, dat, als puntje bij paaltje komt, alles wél zin heeft.

Deze ervaring, maar ook een aantal andere, lijken prima onder de paraplu van het Magisch Realisme te vallen, en ja, ook hierover sprak Rob met me, en wel op 25 februari 2006. Hij vertelde mij over zijn enige uittredingservaring, maar ook wat ervaringen met opvallende en voorspellende dromen. Verder vertelde hij me over een “magisch” bezoekje aan Brugge in België, ik citeer een deel van wat hij vertelde:

Daarna ben ik nog maar 1 keer in een soort paranormale roes geraakt. Dat was tijdens een korte vakantie in Brugge waar ik met twee anderen een meerdaags sprookjescongres bijwoonde. Die week leek veel op een magisch realistische roman. Er gebeurden een heleboel verrassende dingen en wonderlijke coïncidenties die allemaal met elkaar samenhingen, alsof er niks toevallig gebeurde.

Astrale Wanderwege, vervolg

Op 8 september 2014 smeekte ik Rob letterlijk te komen, mij te omhelzen, enzovoort. Ik belandde in een vreemde omgeving, ik was niet langer in mijn slaapkamer in Davis. Maar na dit astrale uitstapje, terug in mijn aardse bewustzijn in Davis, smeekte ik Rob opnieuw of hij alsjeblieft naar me toe wilde komen, en uiteindelijk gaf hij toch gehoor aan mijn smeekbedes. Maar zijn gedrag was een beetje merkwaardig. Dit was me al een paar keer eerder opgevallen tijdens eerdere uittredingen met hem. Ik kon zelf zeker wel een aantal redenen bedenken: onervarenheid met de astrale wereld met betrekking tot astraal bewegen in de aardse sfeer, verlegenheid en onzekerheid, “back burner effect”: erotisch leven dat op de aarde voor aanzienlijk lange tijd verwaarloosd is geweest en op die manier tijd nodig heeft weer op gang te komen. Misschien zijn er ook nog andere/meer redenen te bedenken.

Dit onhandige gedrag was zeker niet altijd aan de orde; bij sommige andere astrale ervaringen was hij heel doortastend. Ik zag hem weer erg vaag, hij toonde zich nog steeds niet duidelijk helaas. Ik kuste hem op zijn hoofd. Op het einde zong hij een Engelse Folk song voor me!, maar ik weet niet welke en ik was ook niet in staat zinnen van het lied te onthouden.

In mijn zoektochten naar Rob belandde ik meerdere malen op Campus terrein. Gedurende uittredingen wordt je astraallichaam automatisch richting plaatsen getrokken die betekenis voor je hebben, en in dit geval: (ook) richting je geliefde. Ik vermoed dat “Campus” een plaats is waar Rob zich inderdaad thuis voelt. Misschien dat sommige skeptici nu denken dat mijn brein dit op “eigen houtje” heeft zitten uitvogelen. Maar zou dat alleen al niet totaal verbazingwekkend zijn: namelijk dat mijn brein de moeite zou nemen een complete “astrale” wereld rondom Rob te bouwen, om van mij een believer te maken? Als het brein al in staat is om zo gewiekst te zijn, zouden we in mijn opinie dus zeker niet verbaasd moeten staan kijken als het brein slim genoeg blijkt te zijn om aan de grenzen van het fysieke lichaam en de fysieke wereld te ontstijgen. Op dit moment blijft het gissen naar de ware potentie van het brein/de geest (en zijn “onstoffelijke” capaciteiten, in de zin van losgekoppeld van zwaar-fysieke materie).

De astrale Peter R. de Vries

Ik had de meest vreemde uittreding op 21 september 2014. Daar was ik weer, op campus terrein, en aan het zoeken naar Rob. Er was een kille lucht die ik echt voelde (zoals op aarde), en uittreding-experts zullen bevestigen dat dit best ongebruikelijk is. Als geest voel je gewoonlijk geen koude of warmte, en geen of nauwelijks pijn.7

Ik zal proberen het verloop van de gebeurtenissen samen te vatten. Ondanks deze koude wind bleef ik vastberaden: ik wilde dat deze uittreding zich zou doorzetten en ik wilde dus niet dat de koude wind mij in zijn greep zou krijgen en me zou dwingen voortijdig naar mijn fysieke lichaam terug te keren. Uittredingen zijn zeer gevoelige events. Verstoringen die gerelateerd zijn aan je fysieke welbevinden en fysieke sensaties, zullen er over het algemeen meteen voor zorgen dat je terug in je fysieke lichaam belandt, dan wel terugkeert in je dagbewustzijn in je fysieke lichaam. Om een paar duidelijke voorbeelden te geven, zaken als: 1. dat er iemand op je fysieke deur klopt terwijl jij bezig bent met uittreden, 2. de deken is van je af gegleden zonder dat je er erg in hebt of 3. een volle blaas zullen je nopen voortijdig naar je lichaam terug te keren, zonder dat je daar meestal maar iets over te zeggen hebt. Het gebeurt gewoon. Je fysieke lichaam rules, je astrale ervaring heeft het nakijken. Je fysieke lichaam eist de aandacht op en je kunt er nauwelijks iets tegen doen, hoewel je heel soms met succes de terugkeer een beetje kunt uitstellen. Dit kun je bewerkstelligen door een sterk omlijnde wilskracht gecombineerd met een zeer ontspannen, beheerste houding.

Ik zocht de straten en gebouwen af op zoek naar Rob: “Rob!”, riep ik luid, “Rob, waar bén je?” Iets zeer eigenaardigs gebeurde. Een geest die het uiterlijk had van Peter. R. De Vries verscheen recht tegenover me, aan het einde van de hal. Hij was daar overduidelijk op mij aan het wachten. Voor wie onbekend is met de astrale actie: geesten kunnen tijdelijk een andere vorm aannemen. Na het doelbewust aannemen van een bepaald uiterlijk, zullen ze uiteindelijk terugslippen in de vorm die hun het meest nader staat, direct nadat ze hun intentie zich zus en zo voor te doen loslaten. Of zou dit misschien de echte astrale Peter R. De Vries zijn, tijdens een astrale reis die hij zich later niet zou herinneren? Was mijn brein bezig een grote truc uit te halen? Ik weet het niet. Misschien was dit Rob zelf, bezig met een van zijn rollenspelen in de astrale wereld. Maar hoe dan ook, deze geest keek me aan met de meest serieuze en gedreven gezichtsuitdrukking die je je kunt voorstellen. Hij wilde me iets heel belangrijks vertellen, ik kon het zien aan zijn gezicht. Hij wilde me een sleutel aanreiken voor mijn zoektocht naar Rob. Geloof me, ik was net zo verbaasd over deze curieuze gang van zaken als u misschien bent. Ik dacht: “Wat is dít nu weer, in hemelsnaam, moet het nu weer zo ingewikkeld?” Ik bewoog me richting hem.

Hij wees op de kraag van zijn jasje. Die bevatte diverse lagen.

Ik zei: “Ja, dit ziet eruit als een goede jas, misschien een pilotenjas.”
Hij zei: “In de kraag zitten mapjes, foto’s, denk je dat er een zender in zit?”
Ik antwoordde: “Ja, ik denk het wel, anders is er geen transmissie naar de buitenwereld mogelijk. Een soort “browser” zal er wel in zitten, nodig zijn!”
Hij zei en keek stellig: “Nee, zit er niet in! Het werkt met stukjes licht, ze moeten op de juiste plaats vallen, precies de juiste plaats, dan worden ze (de “foto’s “, “mappen”) zichtbaar.”
Ik zei: “Oh, is dat het. Moet ik een puzzel oplossen (om Rob te vinden), is dat het?”
Tot mijn grote verbazing bevestigde hij dit niet, het leek zo voor de hand liggend nu toch?, maar hij zei: “Dat moet je aan Meneer Nanninga vragen.

Pardon my French (English), ik noteerde in mijn dagboek bij het opschrijven van deze ervaring: “What the f. ís this?!”

De reis had al lang geduurd, dit was het. Ik kon niet langer blijven. Ik was meteen terug in mijn lichaam. Terug in mijn bed met dagbewustzijn was ik baffled, absolutely stunned (totaal verbaasd).

Was ik nu bezig met een regelrechte quest om Rob te vinden of zo? Alsof ik al niet lang genoeg op Rob gewacht had! Natuurlijk had ik al het een en ander aan astrale ontmoetingen met Rob gehad, maar hij wilde zich maar niet full-face laten zien. En dan die mij al te bekende, sympathieke maar ook pedante toon van “Peter R. De Vries”. Het kon hem wel eens echt geweest zijn, of toch niet? Dit was zeker een award-winning imitatie, als het een imitatie was. Deze geest was heel afgemeten en uitermate correct, echt precies zoals Peter R.. Kon dit Rob zelf zijn, zichzelf in een andere vorm gebracht, trachtend iets bij mij te bereiken? Nou, Rob, ik kan je vertellen, dit werkt niet, het is te gecompliceerd voor mij. Terwijl ik dit blog schreef schoot me ineens te binnen dat deze “lagen” misschien wel refereren aan de verschillende lagen van ons bestaan, van de meest fysieke laag tot de meest “etherische” (en -bijna- “onfysieke”) laag. Was dit misschien bedoeld als een soort sleutel hoe je de astrale wereld zichtbaar kon maken? Of was het toch iets anders?

Toen ik teruggekeerd was in mijn lichaam, hoorde ik de muziek van “The Alan Parsons Project” in mijn hoofd, van hun album “Gaudi”, “La Sagrada Familia“, hier een deel van de lyrics:

Pas nu ik dit blog schrijf zie ik het (vet en in kleur)):

[…]
Who knows where the road may lead us, only a fool would say
Who knows if we’ll meet along the way
Follow the brightest star as far as the brave may dare
What will we find when we get there?
[…]

La Sagrada Familia, the wind has changed the storm is over
La Sagrada Familia, for the lion and the lamb
La Sagrada Familia, we thank the lord the danger’s over
La Sagrada Familia, there’s peace throughout the land

[…]
Who knows where the world may turn us, only a fool would say
Who knows what the fates may have in store
Follow the light of truth as far as our eyes can see
How should we know where that may be? How should we know?
[…]

Then the angry skies, the battle cries, the sounds of glory
And for all those years our eyes and ears were filled with tears

Who knows where the road may lead us, only a fool would say
Who knows what’s been lost along the way
Look for the promised land in all of the dreams we share
How will we know when we are there? How will we know?
Only a fool would say

La Sagrada Familia, the war is won the battle’s over
La Sagrada Familia, for the lion and the lamb

La Sagrada Familia, we thank the lord the danger’s over
La Sagrada Familia, behold the mighty hand
La Sagrada Familia, the night is gone the waiting’s over
La Sagrada Familia, there’s peace throughout the land

Until the next time, until the next time
La Sagrada Familia

Lees meer: The Alan Parsons Project – La Sagrada Familia Lyrics | MetroLyrics

Rob gevonden!, recap

Negen dagen later kreeg ik toch nog een grote (tussentijdse) beloning, ik vertelde er in het vorige blog over. Om deze chronologische opsomming niet te verstoren met een omissie van het belangrijkste, neem ik de vrijheid het geheel uit het vorige blog te kopiëren; scrol er maar snel doorheen als u dat nog onlangs gelezen hebt:

In de vroege ochtend van 30 september 2014 was ik weer naar hem op zoek gedurende een uittreding. De avond ervoor had ik tegen Rob in mijn gedachten gezegd: “Rob, als het zo moeilijk voor je is om jezelf te tonen, verschijn dan op een manier die wel acceptabel voor je is, maar alsjeblieft, kom!”

Die vroege ochtend had ik twee uittredingen. Ik had mijn zoekmethode uitgebreid: ik riep zijn naam, maar ik deed meer dan dat. Ik sprak mensen (geesten) aan en gaf hun zijn volledige naam: “Ken je Rob Nanninga?”, “Heb je Rob Nanninga gezien?”, “Als je hem gezien hebt, kun je dan alsjeblieft zeggen dat ik naar hem op zoek ben?” En ik had nog een andere methode bedacht: ik schreef zijn naam op kleine stukjes papier en gaf dat aan mensen (geesten).

Zeker, ik realiseer me heel goed dat skeptici hun wenkbrauwen zullen fronsen, en misschien, om niet al te gemeen of grimmig uit de hoek te komen, zullen zeggen dat ik vast en zeker droom (en dus niet meer dan dat). Maar ik zie geen valide bewijs dat mensen niet uit hun lichaam kunnen treden, dat ze niet van een fysieke manier van kijken/ervaren weg kunnen bewegen. Nog steeds in harmonie met mijn eigen skeptisch zijn, denk ik dat het fenomeen uittredingen erg serieus genomen dient te worden. Misschien dat sommige mensen toch hierin willen meegaan.

Daar was ik dan, in een tweede uittreding, na het bekende suizen geluid gehoord te hebben, dat zich vaak (in ieder geval bij mij) voordoet rondom uittredingen.6 Ik schreef zijn naam op een stukje papier terwijl ik aan een balie stond. Ik was van plan dat briefje aan de (geest)man te geven die achter de balie stond. De uittreding omvatte veel meer dan dit, maar ik vat het belangrijkste gedeelte samen.

Opeens voelde ik zijn sterke armen me van achter omhelzen en Robs (astrale) lichaam tegen me aan drukken in een beerachtige omhelzing. Langer dan ik ben, stond hij met zijn hoofd gebogen achter me, me zo vasthoudend, heftig huilend. Een immense opluchting spoelde over me heen, en een immense blijdschap. Ik wist gewoon dat hij het was, dit is een soort “instant weten” dat je hebt tijdens uittredingen.

Ik had hem gevonden. Of beter gezegd: hij had mij gevonden! Wat het ook was, dat hem nu aangezet had, eindelijk was hij gekomen. Ik vermoed dat hij mijn vruchteloos roepen in de ruimte niet langer kon verdragen. Een enorme last viel van me af, omdat ik wist dat mijn desolate zoektocht nu voorbij was. Ik stond heel stil; omdat ik een zeer ervaren astrale reiziger ben, wist ik dat hectische bewegingen de uittreding kunnen verstoren en ik wilde deze uittreding, en dit moment al helemaal niet, absoluut niet verstoren. Maar met mijn arm reikte ik naar achteren, naar hem en ik legde mijn hand op zijn arm, om zo in elk geval te reageren, behalve dan natuurlijk dat ik eindeloos gelukkig was (wat hij zeker gevoeld heeft). Hij beantwoordde die grip.

Op dit moment was de uittreding voorbij en keerde ik terug naar mijn lichaam, en ik voelde nog zijn omarming nog steeds, zeker voor een minuut, in mijn fysieke lichaam. Mijn lieve leeuw, ik had hem gevonden, hij had mij gevonden! Weer overmanden mijn emoties me.

Ik was zo gelukkig, en ik ben dat nog steeds, door deze enorm gelukkige wending in de gebeurtenissen.

Astrale Wanderwege, vervolg

In de avond van 24 oktober 2014 had ik een soort van Rob-epifanie. Ik had zijn portrait weer eens gekust, ik kuste hem op de mond:

Tot mijn grote verrassing leek het alsof Rob mij terug kuste, het portrait bewoog als het ware naar voren of kwam opeens tot leven, alsof hij me wilde plagen door dit onverwachte antwoord en mijn liefde dus beantwoordde. Behoorlijk letterlijk leek het alsof de bliksem (aangenaam!) op me insloeg. Hierna ging ik op de bank zitten om gelukzalig voor me uit te staren, zowel mijn lichaam als geest in een staat van opperst geluk.

Op 30 oktober 2014 was er een heel lange en gelukzalige ontmoeting. Rob vrijde urenlang met me. Achteraf had ik berekend dat het drie uur geduurd moet hebben, gebaseerd op de begin-  en eindtijd van de ervaring. Ik had al een poos wakker gelegen en was me bewust van de tijd dat ik in slaap viel en ook van de tijd dat ik terugkwam na het astrale event. Op deze wijze kon ik dus de uren terugtellen.

Op 12 december 2014 ontving ik drie haatmails van Robbert van den Broeke, die ik al eerder noemde. Ik ga er hier nu niet over uitweiden, maar houdt het er maar op dat Robbert van den Broeke niet blij is met mijn publiekelijke “constante bemoeienis” omtrent zijn frauduleuze activiteiten sinds 2005. Soms als ik mij overdag heb beziggehouden met mensen die zich op hun beurt bezighouden met “paranormale activiteiten”, en die mij wel kunnen schieten (?), gebeurt het dat ik ’s nachts word aangevallen door “Hades“. Dat wil zeggen: ik word aangevallen door destructieve krachtvelden, of hoe je het duister ook wilt noemen (als de lezer bereid en in staat is een dergelijk fenomeen te (h)erkennen). Maar niet deze nacht!, want deze nacht van 13 december 2014 had ik een humoristische droom en ik moest zowaar hardop lachen terwijl ik hem had. Hierna had ik ook nog een interessante droom. Ik voelde dat Rob me beschermde tegen bad Robbert van den Broeke.

De magische (tussentijdse) finale

Op 16 december 2014 had ik een werkelijk fantastische uittreding, met een magische zweem erin die naar mijn mening alleen Rob zo voor elkaar had kunnen krijgen, en ik sluit er dit blog mee af. Er is nog zoveel te vertellen, maar misschien een andere tijd en plaats.8

Na deze ervaring mailde ik onmiddellijk naar Jan Willem Nienhuys (“JW”), en stuurde Pepijn van Erp en J een kopie, en vertelde hem hierover. Ik kopieer en plak deze mail in het geheel, maar de uittreding was in feite dus nog veel langer, te lang voor dit blog. Hier is die email:

Hallo JW.

Ik had net een werkelijk geweldige, lange astrale reis die door Rob in scène gezet leek te zijn.
Ik had ruim 45 minuten nodig net om het in mijn dagboek op te schrijven, en voor mijn doen is dat heel lang, dus veel en lang.

Het geheel ga ik niet nog eens overdoen hier, maar het begon er mee dat ik voor de honderdduizendste keer weer eens wakker lag ’s nachts en niet kon slapen. Ik vroeg Rob in gedachten of hij niet eens een verhaal kon vertellen, zodat ik eindelijk kon ontspannen en in slaap kon vallen.
Hij (…) vertelde daarop een kort verhaal dat ik maar zeer matig vond, achteraf gezien was het een zeer korte parabel, een opsteker voor iets van mij persoonlijk. Plagend zei ik daarop in gedachten tegen hem: “Vraag nooit aan Rob Nanninga een verhaal te vertellen, hij is thé worst (Engels) verhalenverteller.”

Maar daarna viel ik toch in slaap en belandde in een astrale setting. Rob had blijkbaar zijn revanche en het ‘verhaal’ had allemaal zeer spitsvondige kanten en was ook regelmatig ronduit humoristisch. Ik was in een zeer groot huis, eerder kasteelachtig, onaards grote ruimtes overal en zweefde daar rond. Ik zocht Rob ook daar weer. Ga geen details geven, waren op een vlak een beetje ‘intiem’ soms ook. Dit ging ook direct over dat heel korte verhaaltje dat Rob veteld had (dat ging over mij). Ik had veel plezier en riep: “Rob, waar ben je, kom ook, je kunt het!”(Terwijl ik ergens in een diepte sprong en er ontspannen zweefde).

Het eindigde ermee dat met veel ‘overdreven’ (maar toch ook weer niet) fanfare die duidelijk in scene gezet was (door Rob) ik hem ontmoette bij een trein die aankwam. Hij kwam via die trein. Er was veel muziek op het perron en een mannelijke promotiestem, een luidruchtige Efteling spot, galmde uit de perronspeakers. Allemaal zeer uitbundig en ‘door het dolle heen’. Oerhollands vooral. Ik moest er inwendig erg om lachen.
En ofschoon eerst het perron overvol was geweest (en de trein was ook afgeladen geweest) en ik bang was geweest Rob nooit in deze mensenmassa te kunnen vinden, verscheen hij opeens geheel alleen, en waren er verder geen mensen meer. Hij kwam vanachter mat licht transparante doorgangsdeuren als enige op het perron.
Wat vooral en meteen opviel was zijn onberispelijke gentleman uiterlijk, keurige kleren en keurig lichamelijk verzorgd, zeer fris, en hij droeg wel een zonnebril. Kort haar. Het was Rob in zijn jongere uiterlijk (dus). Blijkbaar nog steeds wat schuw (voor mij), dat hij die zonnebril op had. Ik vroeg: “Rob?” En mijn hand strekte al naar zijn borstkas uit, alsof mijn hand het wel al zeker wist. Hij zat me aan te kijken, wat ludiek afwachtend leek het.
En bam, terug.

Er was veel, veel meer nog wat er tussendoor was gebeurd. Veel te veel om hier op te schrijven.

(Zou me weer 45 minuten kosten, in mijn dagboek doe ik dus met de hand).

Was zeer fijn dit. Rob revancheerde zich nadat ik hem geplaagd had met: “Vraag nooit aan Rob een verhaal te vertellen.” Die scene op het perron was ronduit fantastisch humoristisch, met die Efteling reclame spot, hoe dik het erboven op lag, en toch bleef de serieuze ‘happy setting’ dat ik hem ging ontmoeten, geheel intact.

Constantia

“Stenny” & “Parameter”, Een FOK verhaal in 9 plaatjes

Klik op of swipe door de galerij voor een close-up!

Voetnoten

[1] Het was zelfs zo dat ik het leeuwendeel van het 52 delen tellend topic zelf opende. Hier is een link naar Deel 52 waarin alle voorgaande delen worden opgesomd. Mijn FOK naam was “Stenny”.

[2] Ik noemde dit al in Leeuwenharten, Deel II. In die dagen had ik alleen nog maar een low resolution versie van de TV show “Het Zwarte Schaap” gezien, waarin Rob Nanninga Rasti Rostelli confronteerde met zijn bedrog. Vele jaren later (ongeveer tien), op 21 oktober 2015, mailde Skepsis bestuurslid Pepijn van Erp me over deze TV uitzending. Hij wist dat ik geïnteresseerd zou zijn en stuurde me een link naar de show op YouTube, want hij had een hoge(re) resolutie versie gevonden.

[3] Zie Leeuwenharten, Deel II.

[4] Mijn fietsafstanden veranderden kort na het oorspronkelijke verschijnen van dit blogdeel; sinds 2015-2016 is mijn gemiddelde fietsafstand verhoogd naar ongeveer 50-70 miles (80-120 km) per fietstocht.

[5] Voor wat betreft het functioneren op diverse brein golflengtes, kijk eens naar het onderzoek van Het Monroe Institute naar binaural beats. Het is een breed geaccepteerd idee onder astrale reizigers dat uittredingen gepromoot, of zelfs in het geheel mogelijk worden gemaakt door de synchronisatie van de twee hersenhelften, wat je op zijn beurt weer kunt promoten door het luisteren naar binaural beats.

[5] Ik zal hier meer over vertellen in Leeuwenharten Deel IV, omdat deze fiets-verbinding met Rob zich doorzette en intensiveerde in 2016 en de jaren erna.

[6] Over hoe je als geest gewaar wordt van je omgeving schreef ik zelf in mijn boeken uitvoerig. In mijn eerste boek “Door het Raam” geef ik de lezer een “Kleine Gids” voor allerlei aspecten van de astrale wereld; Sten Oomen, Door Het Raam, Uitgeverij Schors, 2004: Gewijzigde en uitgebreide druk van de uitgave uit 2000 (Sigma Press), Amsterdam. Hoofdstuk 3: “Kleine gids voor de wereld van geesten” (page 59-112).

[7] Inderdaad is er een andere tijd en plaats hiervoor, namelijk in Leeuwenharten Deel IV dat ik twee jaar later publiceerde.

0 Comments

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.